In de tekst worden sommige commando’s weergegeven met hoofdletters. Linux is hoofdletter gevoelig, leer jezelf aan om alle commando’s zoveel mogelijk met kleine letters in te geven. De hoofdletters in de tekst zijn om de tekst te verduidelijken.
Nu we weten wie we zijn willen we ook graag weten waar we zijn. Met het commando PWD kun je opvragen waar je bent.

PWD staat voor “Print Working Directory“. Het geeft weer in welke directory of map we zijn. Op een Linux systeem kunnen meerdere gebruikers tegelijkertijd inloggen en ieder kan er zijn ding doen. Iedere user heeft ook zijn eigen directory. Wij zijn de user pi en hebben in de home directory de directory pi.
CD staat voor “Change Directory“. Met het commando cd .. kun je 1 mapje terug in de directory boom. Let hier op de spatie tussen cd en de puntjes. Vervolgens kunnen we met pwd weer opvragen waar je bent.
Met cd keer je weer terug naar je eigen directory. Ben je dus verdwaalt dan type je cd en ben je weer thuis in je home directory. Met cd / ga je naar de hoofd directory. Let op de spatie tussen cd en /. Dit noemen we ook wel de Root.
LS staat voor “List“. Met ls kun je opvragen welke files en directory’s er in de directory aanwezig zijn.

Wil je de files en directory’s netjes in een lijstje zien dan dan kun je -l toevoegen aan ls. Je krijgt dan het commando ls -l. Let weer op de spatie naar de letter L. Een extra h maakt de grote van de bestande wat beter leesbaar. ls -lh, en een extra -a zorgt er voor dat je ook de verborgen bestanden ziet, ls -alh. die ga je vaak gebruiken.

Wil je weten welke toevoegingen er allemaal zijn voor ls type dan ls –help.
We maken nu ons scherm schoon. Dit doe je met clear en we keren terug naar onze home directory. Dit doen we met cd.
Je kunt nu ook direct naar een ander directory springen. Als we naar de directory etc in root willen zijn doe je cd /etc.
Als het goed is moet je nu begrijpen wat er in het voorbeeld hieronder gebeurd.

Dit was in vogelvlucht een kort stukje uitleg hoe je kan navigeren in Linux. We gaan nu het systeem updaten en upgraden.
Updaten en Upgraden

We gaan nu de Raspberry Pi updaten en upgraden. Dit kun je het beste direct na een nieuwe installatie doen. Een update of upgrade kun je alleen als Root of als Super User uitvoeren. We weten dat we lid zijn van de Super User groep dus we gaan zeggen Super User Doe een update. Echter sudo update werkt niet.
We gaan een APT update doen. APT staat voor “Advanced Package Tool“. Deze tool gaan we gebruiken voor het onderhoud van het systeem. Linux bestaat uit allemaal pakketten en we we gaan de pakketten updaten. Dus eerst gaan we zorgen dat alle pakketten up to date zijn.
sudo apt update

Vervolgens gaan we de upgrade uitvoeren. Dit doen we met het commando sudo apt full-upgrade. We doen een volledige upgrade omdat dan ook eventuele afhankelijkheden in het systeem worden ge-upgrade.
sudo apt full-upgrade
Deze upgrade duurt even en vergeet niet Yes in te voeren zodat hij begint met upgraden.

na de update hebben we weer behoorlijk wat files ge-upload en geïnstalleerd. De installatie files kun je hierna opruimen. Zo hou je je systeem netjes. De installatie files staan in de directory /var/cache/apt/archives. Je kunt daar een kijkje nemen. cd /var/cache/apt/archives en dan ls -alh.
DF staat voor “Disk Free”. Met het comando df -h kun je zien hoe vol je USB stick is. -h zorgt er weer voor dat het in leesbare text staat. de h staat voor “human readable” oftewel leesbaar voor mensen.
Het opruimen van de installatie files doe je met sudo apt-get clean.

Dus een upgrade bestaat uit 3 comando’s
sudo apt update
sudo apt full-upgrade
sudo apt-get clean
Volgende keer gaan we files aanmaken en bewerken.