Experimenteren met de Raspberry Pi Zero – Een bestand aanmaken en bewerken (deel – 4)

In het vierde deel van Experimenteren met de Raspberry Pi Zero gaan we een bestandje aanmaken en aanpassen. Ik werk zelf het liefst met de editor nano. Uiteraard zijn er meerdere editors voor handen zoals vi (spreek uit als fie aai).

Nano

Met het commando nano gevolgd door de file naam kun je een bestand aanmaken of aanpassen. Je kunt hier ook weer een <path> aangeven, b.v. nano /etc/test

Maar we beginnen in onze eigen directory met nano test.

We kunnen hier een paar dummy regels aanmaken. Met <CTRL G> roep je de help file op en zie je dat er de nodige “short cuts” in de editor aanwezig zijn. Ik heb in mijn test file wat “shortcuts” neer gezet die ik zelf veel gebruik.

Nano

ALs we nu met <CTRL X> afsluiten en vervolgens op Y drukken dan is ons bestand opgeslagen.

Met het commando CAT kun je het bestand inzien. CAT is een afkorting voor “concatenate” wat letterlij vertaald betekend: aaneengeschakeld. We gebruiken dus CAT om een bestand in te zien.

cat test

Cat

Soms wil je alleen de laatste 10 regels van een file inkijken. Dit kun je doen met tail. Dit commando laat de laatste 10 regels van een file zien. Dit is b.v. handig om logfiles te bekijken.

tail /var/log/syslog

Op deze manier kunnen we de laatste 10 regels van de syslog file bekijken.

tail syslog

Als we een file willen copyeren gebruiken we het commando cp (Copy). Achter cp zetten we het bestand wat we willen copieeren en daarachter de bestandsnaam waarheen we het willen copieeren. Je kunt hier ook weer een path aangeven.

cp test /tmp/testcopy

Met rm verwijder je een bestand. (Remove)

rm /tmp/testcopy

Copy Remove

Een file renamen kun je doen met mv (Move).

mv test testnieuw

Als laatste tip de pijltjes toets <omhoog> en <omlaag> op je toetsenbord. Hiermee kun je snel navigeren door je laatste commando’s. Je kunt op deze manier snel commando’s herhalen.

We gaan het systeem nu herstarten of uitzetten. Dat doen we met shutdown.

Shutdown

In bovenstaand scherm zie je dat je als gebruiker pi niet zo maar een shutdown mag geven. Dit mag wel als Super User. Dus we doen sudo shutdown. Een shutdoen wordt ingepland. We moeten dus ook een tijd aangeven. Het wordt dan:

sudo shutdown now

Wil je een hetstart geven dan wordt het:

sudo shutdown -r now

Dit commando is beter dan een reboot omdat een reboot erg hard is. Een shutdown sluit zaken nog netjes af.

Volgende keer ga ik mijn hardware van de Raspberry Pi aanpassen met een normale USB aansluiting en er een display op zetten. Er moet ook nog geluid uit kunnen komen dat gaan we doen met Bluetooth.

Experimenteren met de Raspberry Pi Zero – Navigeren en Up to Date houden (deel – 3)

In de tekst worden sommige commando’s weergegeven met hoofdletters. Linux is hoofdletter gevoelig, leer jezelf aan om alle commando’s zoveel mogelijk met kleine letters in te geven. De hoofdletters in de tekst zijn om de tekst te verduidelijken.

Nu we weten wie we zijn willen we ook graag weten waar we zijn. Met het commando PWD kun je opvragen waar je bent.

pwd

PWD staat voor “Print Working Directory“. Het geeft weer in welke directory of map we zijn. Op een Linux systeem kunnen meerdere gebruikers tegelijkertijd inloggen en ieder kan er zijn ding doen. Iedere user heeft ook zijn eigen directory. Wij zijn de user pi en hebben in de home directory de directory pi.

CD staat voor “Change Directory“. Met het commando cd .. kun je 1 mapje terug in de directory boom. Let hier op de spatie tussen cd en de puntjes. Vervolgens kunnen we met pwd weer opvragen waar je bent.

Met cd keer je weer terug naar je eigen directory. Ben je dus verdwaalt dan type je cd en ben je weer thuis in je home directory. Met cd / ga je naar de hoofd directory. Let op de spatie tussen cd en /. Dit noemen we ook wel de Root.

LS staat voor “List“. Met ls kun je opvragen welke files en directory’s er in de directory aanwezig zijn.

Navigeren

Wil je de files en directory’s netjes in een lijstje zien dan dan kun je -l toevoegen aan ls. Je krijgt dan het commando ls -l. Let weer op de spatie naar de letter L. Een extra h maakt de grote van de bestande wat beter leesbaar. ls -lh, en een extra -a zorgt er voor dat je ook de verborgen bestanden ziet, ls -alh. die ga je vaak gebruiken.

ls -alh

Wil je weten welke toevoegingen er allemaal zijn voor ls type dan ls –help.

We maken nu ons scherm schoon. Dit doe je met clear en we keren terug naar onze home directory. Dit doen we met cd.

Je kunt nu ook direct naar een ander directory springen. Als we naar de directory etc in root willen zijn doe je cd /etc.

Als het goed is moet je nu begrijpen wat er in het voorbeeld hieronder gebeurd.

Navigeren

Dit was in vogelvlucht een kort stukje uitleg hoe je kan navigeren in Linux. We gaan nu het systeem updaten en upgraden.

Updaten en Upgraden

We gaan nu de Raspberry Pi updaten en upgraden. Dit kun je het beste direct na een nieuwe installatie doen. Een update of upgrade kun je alleen als Root of als Super User uitvoeren. We weten dat we lid zijn van de Super User groep dus we gaan zeggen Super User Doe een update. Echter sudo update werkt niet.

We gaan een APT update doen. APT staat voor “Advanced Package Tool“. Deze tool gaan we gebruiken voor het onderhoud van het systeem. Linux bestaat uit allemaal pakketten en we we gaan de pakketten updaten. Dus eerst gaan we zorgen dat alle pakketten up to date zijn.

sudo apt update

Update

Vervolgens gaan we de upgrade uitvoeren. Dit doen we met het commando sudo apt full-upgrade. We doen een volledige upgrade omdat dan ook eventuele afhankelijkheden in het systeem worden ge-upgrade.

sudo apt full-upgrade

Deze upgrade duurt even en vergeet niet Yes in te voeren zodat hij begint met upgraden.

Upgrade

na de update hebben we weer behoorlijk wat files ge-upload en geïnstalleerd. De installatie files kun je hierna opruimen. Zo hou je je systeem netjes. De installatie files staan in de directory /var/cache/apt/archives. Je kunt daar een kijkje nemen. cd /var/cache/apt/archives en dan ls -alh.

DF staat voor “Disk Free”. Met het comando df -h kun je zien hoe vol je USB stick is. -h zorgt er weer voor dat het in leesbare text staat. de h staat voor “human readable” oftewel leesbaar voor mensen.

Het opruimen van de installatie files doe je met sudo apt-get clean.

Clean up

Dus een upgrade bestaat uit 3 comando’s

sudo apt update

sudo apt full-upgrade

sudo apt-get clean

Volgende keer gaan we files aanmaken en bewerken.

Experimenteren met de Raspberry Pi Zero – SSH en USERS (deel – 2)

In het vorige deel van Experimenteren met de Raspberry Pi Zero hebben we het Operating System geinstalleerd. We gaan nu inloggen op het systeem. Om in te kunnen loggen is het noodzakelijk om te weten welk IP adress de Raspberry Pi heeft gekregen van de router. Om hier achter te komen kun je een LAN Scan maken. Ik gebruik zelf een MAC en gebruik het programma LanScan. Op Windows zijn legio programma’s te krijgen. Kijk goed uit dat je geen virus binnen haalt met het downloaden van een opensource programmaatje.

LanScan

Met de Lan Scanner ontdek ik dat ik het IP.adress 192.168.2.20 heb gekregen. Bij de installatie hebben we SSH aan gezet dus als het goed is kunnen we middels SSH inloggen op de Raspberry Pi. Voor MAC en Linux gebruikers kun je dit vanuit een terminal scherm doen. Helaas zit er op Windows geen terminal scherm. Je kunt het dan doen met het programma PuTTY. Je kunt PuTTY downloaden op de website: https://www.putty.org/

PuTTY

In het veld Host Name type je het gevonden IP Adress. Het Port adress stel je in op 22. Je krijgt een security warning en vervolgens kun je inloggen met de Gebruikersnaam en het Wachtwoord.

  • User: pi
  • Password: raspberry

Voor meer informatie over SSH op de Raspberry Pi kijk ook op de webpagina: https://www.raspberrypi.org/documentation/remote-access/ssh/windows.md

We zijn nu ingelogd in de Raspberry Pi.

Voor een MAC of onder linux gaat het iets makkelijker. Open een terminal window en type ssh pi@<ip.adress>. Het ip.adress is het adress wat je hebt gevonden met de Lan Scanner. Vervolgens geef je het wachtwoord in en je bent er in.

SSH Login

Het lijkt een beetje op de oude DOS omgeving. Allereerst gaan we vragen wie we zijn. Dit kun je eenvoudig doen door te vragen wie ben ik.

whoami

whoami

Linux werkt met groepen. Een user is lid van 1 of meerdere groepen. We kunnen opvragen van welke groepen een gebruiker lid is.

groups pi

Als pi user kun je niet alle handelingen doen op je Raspberry Pi. Een user met de naam root heeft wel alle mogelijkheden. Om jezelf te beschermen heeft Raspberry Pi besloten dat je geen root bent. Als je in het lijstje kijkt van de groepen zie je dat je ook lid bent van de sudo group. Om toch aplicaties te kunnen installeren kun je voor een commando het woordje sudo zetten. Je voert het commando dan uit als Super User. Ben je geen lid van de sudo group dan zou je dit niet kunnen.

Je kunt beter ook je wachtwoord aanpassen. Dit doe je met passwd.

passwd

We kunnen nu inloggen. We weten wie we zijn, we hebben ons password aangepast en zijn lid van de sudo groep.

Je bent nu klaar om te experimenteren.

Experimenteren met de Raspberry Pi Zero – Het OS (deel – 1)

De Raspberry Pi Zero

Een alleraardigst computertje om Linux op te leren en wegwijs te raken in dit soort kleine computertjes is de Raspberry Pi Zero. De Raspberry Pi Zero W heeft WiFi en Bluetooth aan boord. Het board is slechts 65mm x 30mm x 5mm groot, bevat een mini camera aansluiting, een microSD slot, mini HDMI, 2x microUSB (een voor USB en een voor voeding). Al je er 1 aanschaft let dan op dat je de uitvoering genaamd Raspberry Pi Zero W besteld. De W staat voor Wireless.

Technische Specificaties:

  • 1GHz single-core CPU
  • 512MB RAM
  • Mini HDMI port
  • Micro USB OTG port
  • Micro USB power
  • HAT-compatible 40-pin header
  • Composite video and reset headers
  • CSI camera connector (v1.3 only)

Het Operating Systeem

In deze eerste aflevering gaan we een Operating System, het OS, op de Raspberry Pi installeren. In ons geval is dit Linux. Veel OS systemen maken gebruik of zijn een afgeleide van het Debian OS. Elke twee jaar komt er een nieuwe versie van Debian uit. De “Stable Release” oftewel de stabiele uitvoering. Dit kan soms vervelend zijn omdat dit van applicatie bouwers vraagt om elke twee jaar hun applicatie na te kijken of deze nog wel werkt met de laatste versie van Debian. Een installatie uitleg zoals deze, verouderd ook met de komst van een nieuwe release.

VersionCode NaamRelease DateEnd of life date
12Bookworm2023
11Bullseye2021
10Buster06-07-20192022
9Stretch17-06-20172020
8Jessie25-04-201517-06-2018
Debian Release Datum

De huidige versie die we gebruiken tijdens het schrijven van dit artikel is Buster.

De Installatie

De installatie gaan we iets anders doen dan de gebruikelijke beschrijvingen op internet. De Raspberry Pi maakt n.l. gebruik van een micro SD kaart als opslag medium. Ik heb zelf 2 slechte ervaringen gehad met de micro SD kaart. De micro SD kaart is eigenlijk gemaakt voor het opslaan van Foto’s en Film, maar niet voor het veelvuldig schrijven en wissen van informatie. Als je aan het experimenteren bent is het vervelend als je al je werk kwijt bent. Dus we gaan werken vanaf een USB stick. Het opstarten gebeurd echter wel op de SD kaart. Hierop staat een boot filetje die het opstarten doorstuurt naar de USB stick.

Benodigdheden

  • Raspberry Pi Zero W
  • Voeding met micro USB aansluiting
  • OTG kabeltje van micro USB naar Female USB
  • micro SD kaartje – een oude 512 MB is prima
  • USB stick 16GB
OTG Kabel

Het installeren van het OS

Allereerst gaan we de SD kaart en de USB stick formatteren. Voor het formatteren kun je het programmaatje SD Card Formatter gebruiken. Deze kun je voor een Windows machine en voor een Mac downloaden vanaf de webpagina: https://www.sdcard.org/

je kunt met dit programma zowel de USB stick als de SD kaart formatteren. Gebruik de “Overwrite format” optie zodat de USB stick en de SD kaart geheel worden overschreven.

De kaartjes zijn nu geformatteerd en we kunnen het OS op de USB stick zetten. Dit kan met een programma wat door Raspberry Pi zelf gemaakt is. De Raspberry Pi Imager. Deze kun je downloaden op de site van Raspberry Pi.

Raspberry Pi Imager

Kies voor het Operating System Raspbian Lite. Deze kun je vinden onder “Other Raspbian based images“. Als SD Card selecteer je de USB stick. Druk nu op “Write“.

Haal de USB stick na het schrijven uit de computer en wacht 20 seconden. Plaats de USB stick weer terug in de PC. Plaats nu een leeg tekst filetje met de naam SSH op de USB stick. Zorg er voor dat de extensie txt niet aanwezig is in de naam. Dus geen SSH.txt maar SSH.

We plaatsen nog een filetje met de naam wpa_supplicant.conf op de USB stick. In dit filetje zetten we de WiFi gebruikersnaam en wachtwoord. Dit zorgt er voor dat de Raspberry Pi met WiFi en SSH bereikbaar is.

Copieer onderstaande gegevens met je eigen WiFi credentials.

country=US
ctrl_interface=DIR=/var/run/wpa_supplicant GROUP=netdev
update_config=1

network={
ssid=”NETWORK-NAME”
psk=”NETWORK-PASSWORD”
}

De USB stick is nu klaar. We gaan nu de SD kaart klaar maken. Op het SD kaartje moeten we alleen een Boot filetje zetten. Deze kun je hier downloaden:

https://github.com/raspberrypi/firmware/raw/master/boot/bootcode.bin

Opstarten

De voorbereidingen zijn nu klaar en de USB stick en de SD kaart kun je plaatsen in de Raspberry Pi. De OTG kabel in de tweede USB aansluiting. De USB stick in de OTG kabel en de SD kaart ook in de Raspberry Pi. Vervolgens sluit je de voeding aan en de eerste keer moet je zeker een minuutje of tien wachten voordat alles geïnstalleerd is.

Zoek nu met een network scanner de Raspberry Pi op. Als alles is goed gegaan heeft hij zich aangemeld bij je WiFI netwerk. ALs je geen netwerk scanner software hebt dan kun je ook op je router kijken of de Raspberry Pi zich heeft aangemeld. In deel 2 ga ik hier wat dieper in op het inloggen en beginnen we voorzichtig met de eerste opdrachten. Als het installeren niet lukt laat me dit dan weten als reactie op dit bericht. Succes!